7 okt 2013

Mag het wat minder zijn?

Over de nieuwe media wordt niet enkel lof gezaaid. Dit blijkt uit de talrijke, al dan niet wetenschappelijke artikels die zich over de negatieve gevolgen van het internet hebben gebogen. Met name sociale mediaplatformen als Facebook en Instagram blijken zondebok van de geestelijke neergang van de jongste generaties. U bent een cultuurpessimist, of U bent het niet. 

Als we de experten mogen geloven, is het internet alles behalve je beste vriend. Dit blijkt althans uit het ophefmakende boek van Manfred Spitzer, hoogleraar in de Psychologie en Psychiatrie. De lezers die louter de voordelen van het wereldwijde web onderstreepten werden na het lezen van de ‘Digitale dimentie’ aardig teruggeschroefd en danig gewezen op de gevaren. Naast het verwijt dat het internet de geest bedwelmd en het verslavingen in de hand werkt, zou het tevens zorgen voor een forse slinking van de herseninhoud. Mits alle informatie slechts een muisklik van ons verwijderd is, leren de jongeren van vandaag niet langer onthouden, hetgeen volgens Spitzer blijvende repercussies heeft voor het geheugen.

Andere vingers wijzen evenzeer op de niet zo vrolijke kant van het internet, dit voornamelijk richting de sociale media. Al snel krijgen gebruikers de stempel asociaal, wereldvreemd en sensatiegericht te zijn. Ze zijn bovendien narcist en hebben lak aan de privacy regels. Men kan zich afvragen waarom mensen er zich überhaupt nog mee bezig houden, temeer omdat uit verscheidene onderzoeken is gebleken dat sociale mediagebruikers er niet gelukkiger op worden. Integendeel, het gadeslaan van het Facebookprofiel zou diens gebruiker met een wrange nasmaak en een verminderd zelfvertrouwen achterlaten. Dit blijkt althans uit het boek van Koen Damhuis, die Facebook omschrijft als “de grootste kroeg ter wereld met een wapenwedloop van succes, geluk en amusement”. De jonge socioloog schetst Facebook als de ultieme ‘Frenemy’ waarbij ons zelfvertrouwen enerzijds wordt gevleid door een blik op de talrijke vriendschappen, de vele likes en de volle evenementenagenda. Tezelfdertijd houdt het een spiegel voor van al datgene dat we niet bereiken, niet hebben en niet meemaken. Er ontstaat een heuse kijk- en vergelijkcultuur waarbij we de rol van de onzekere narcist op ons nemen, die steeds zijn beste beentje voor zet maar tevens geconfronteerd wordt met de gelukspropaganda van anderen. Doordat we zorgvuldig geselecteerde foto’s onder ogen krijgen zien we slechts een flauwe afspiegeling van het ware verhaal, al geloven we daadwerkelijk dat de anderen een intenser en interessanter leven leiden. De in scene zetting van het dagelijkse leven geeft aanleiding tot wat Damhuis de “survival of the hippest” noemt en leidt ertoe dat we onszelf zien als een eiland van de middelmaat in een zee vol geluk, authenticiteit en excellence. Of daar het te pletter vergelijken leidt tot de hedendaagse pijn van het zijn.

Analoge bevindingen werden gevonden in ietwat wetenschappelijkere publicaties, vermits deze zich in voortschrijdende mate hebben toegelegd op de sociale media ten gevolge van diens stijgende populariteit. Zo kwamen Chou en Edge (2012) eveneens tot de conclusie dat Facebook de perceptie ten opzichte van anderen beïnvloedt. Ze concludeerden dat de sociale mediagebruiker andermans leven als gelukkiger en interessanter omschrijft, gebaseerd op de presentatie van hun mediaprofiel. Ook het onderzoek van Blachnio, Przepiórka en Rudnicka (2013) wees deze richting uit.

Toch is een beetje scepticisme niet uit den boze. Is het wel correct te stellen dat Facebook aan het zelfvertrouwen van jongeren knabbelt door de kijk- en vergelijkcultuur? Is Facebook niet veeleer een venster op de wereld waarbij de jongeren die afgunst voelen op het digitale net ook diegenen zijn die anderen de kleren van het lijf gapen in de virtualiteitsloze wereld? Vicky Franssen, psychologe en onderzoekster, stelt alvast van wel. Volgens haar bevindt de "survival of the hippest" zich ook op de straten en betreft het hier louter een kwestie van zelfvertrouwen die zich vertaald op het net.


Of wat was er eerst, de kip of het ei?

Meer weten?: MNM: interview met Koen Damhuis

___________________________________________________________________________
Bronnen:

Artikels en websites:


  • http://www.veto.be/jg39/veto3923/socioloog-koen-damhuis-facebook-is-een-wapenwedloop-van-status-en-succes
  • http://www.dailymail.co.uk/news/article-2088074/Facebook-makes-sad-Pictures-make-people-jealous-other.html
  • http://www.slate.com/articles/technology/technology/2013/07/instagram_and_self_esteem_why_the_photo_sharing_network_is_even_more_depressing.html
  • http://bicc.thomasmore.be/files/files/artikels/201301_ProfielPartena_artikelfacebookSmeetsHellen.pdf
  • http://www.deredactie.be/cm/1.1265868?view=popupPlayer

Wetenschappelijke werken:
  • Chou, H.T.G., & Edge, N. (2012). "They Are Happier and Having Better Lives than I Am": The Impact of Using Facebook on Perceptions of Others' Lives. Cyberpsychology Behavior And Social Networking, 15(2), 117-121
  • Blachnio, A., Prazpiórka, A., & Rudnicka, P. (2013). Pshycological Determinants of Using Facebook: A Research Review, 29(11), 775-787

Geen opmerkingen:

Een reactie posten