27 okt 2015

Beste burgemeester

Beste Louis Tobback,


Ik lees net dat u een beetje colèrig bent. U lijkt me niet meteen het type dat hardhandig met zijn gebalde vuist op tafel slaat. Misschien zucht u eerder even, of schudt u langzaam met uw hoofd van links naar rechts om uw misnoegen te laten blijken. Wat er ook van zij: u bent ontevreden over het fietsgebruik in uw stad. Toevallig ook mijn stad. Per toeval ook een thema dat mij, als dagelijkse fietser in onze stad, nauw aan het hart ligt. En een thema waar ik, om het op zijn Leuvens te zeggen, wel eens de jubbes van krijg. 

Volgens u gaat het van kwaad naar erger. “Fietsers schijnen te denken dat ze hun rijwiel mogen parkeren waar ze zin hebben maar dat is niet het geval.”, zo zegt u. En dan gaat u verder: “ Onder het Rector De Somerplein is een gratis bewaakte parking maar het is blijkbaar te veel gevraagd om de fiets daar te stallen. Fietsers moeten dringend beseffen dat ze niet enkel rechten maar ook plichten hebben. Ze kunnen zich niet alles veroorloven en hebben ook een verantwoordelijkheid."

En gelijk hebt u. De fietsers in onze stad profileren zich misschien iets te vaak als de keizer van de openbare weg. Stoppen voor een rood licht doen we allang niet meer, laat staan dat we voetgangers laten oversteken. Fietslampjes zijn voor die mensen die ook fluovestjes en helmen dragen – lees: niet cool – en het gebrek aan werkende remmen maakt zelfs van de binnenstad een avontuurlijk terrein. Het zijn de geneugten van menig student op de fiets. Het losbandig gebruik van ons vervoersmiddel dat onze dagen net wat meer op smaak brengt. U hebt gelijk: wij, studenten op een fiets, zijn soms roekeloos en gevaarlijk. En missen doorgaans een gebrek aan verantwoordelijkheid. Schuldig bevonden en verklaard. 

Maar zegt u niet dat de fietsers in uw stad hun fiets weigeren te stallen in de voorziene plaatsen. Dat we te lui zijn, of lachen met het systeem dat ons van bovenaf wordt opgelegd. Ik, gebruiker van de beruchte tweewieler, wil niets liever dan mijn fiets in een stalling zetten. Zo vermijd ik dat 'ie nogmaals gestolen wordt en de politie vraagt 'of hij vast stond aan een paal, mevrouw?'. Dan vermijd ik misschien dat mijn banden verdwijnen of hij ondersteboven aan de reling van de Dijle hangt. Dan hoef ik niet meer de bus op om mijn fiets te zoeken in het fietsendepot der foutgeparkeerde voertuigen. Werkelijk: ik wil niets liever dan dagelijks een ketting rond mijn stalen ros te gooien en hem te verbinden aan een in ijzer gegoten bareel. Niet omdat het moet volgens de letter van de wet, zelfs niet per se om plaats te maken voor andere weggebruikers, maar vanwege puur en zuiver eigenbelang.

Maar er is te weinig plaats. Ik weet het: het is geen nieuw argument en het is bovenal een argument waar u het weleens van op uw heupen krijgt. Er is een gloednieuwe fietsenparking onder het Fochplein, hoor ik u zeggen. Dat klopt. En die staat altijd leeg! Dat klopt eveneens. Maar dan hebt u het over één parking in het midden van de stad. De werkende mens die bij het ochtendgloren zijn fiets wil parkeren aan het station, is eraan voor de moeite. De voorziene parking is afgeladen vol en de man/vrouw die een plaatsje weet te bemachtigen aan het begin mag zichzelf op de pollekes kussen. De barelen op de Bondgenotenlaan zijn voor het ochtendkrieken al bezet en breek mijn mond niet open over de voorziene parking aan het begin van de Maria Theresiastraat. De gestalde fietsen breiden daar nog sneller uit dan een besmettelijke ziekte in een afgeladen bus. 

Er zijn nog zoveel voorbeelden te geven. Maar de conclusie blijft dezelfde: de Leuvenaar verplaatst zich nu eenmaal graag met de fiets, en ja, we zijn met velen. En het aanbod van fietsstallingen hinkt nog achterop. Dat is niet erg. Diezelfde Leuvenaar weet dat u, onze burgemeester, al een tijdje investeert in nieuwe fietsenstallingen en dat er oplossingen in zicht zijn. Dat u de frustraties langs uw kant en aan de mijne probeert te zalven en dat u onze stad zo leefbaar mogelijk probeert te maken. Maar vergeet u niet dat ook wij, De Andere Kant, het af en toe goed met onze stad voorhebben. En dat onze acties niet steeds voortspruiten uit ons kwaadwillig en boosaardig brein. 


Met vriendelijke groeten.

(Lees het beruchte artikel hier)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten