12 okt 2013

Phubberale plaag

Het is zover. Stof uw woordenboek af, neem een pen in de hand en notuleer dit fonkelnieuwe feit: de dag is gekomen dat we het beestje bij zijn naam noemen. De jongelui die zich vastkluisteren aan hun telefoon gaan voortaan met een nieuw etiket door het leven. Gedaan met het verschuilen achter een naamloos omhulsel. Maak kennis met de phubbers


U kent het wel. U schetst net het meest ingrijpende verhaal van uw leven en alvorens u het wel beseft wordt de Facebookstatus van uw vriendin geüpdatet. De vriendin die over u zit, welteverstaan. Het geeft u de daver op het lijf, maar wanneer u besluit het te laten varen barst ze in schateren uit. Ze las net een mop op Twitter. Situaties als deze worden ook wel omschreven als een kwaal van deze tijd, eentje dat onlosmakelijk verbonden is met de opkomst van de smartphones en de sociale mediaplatformen. Menig bezitter wordt wel eens betrapt op het raadplegen van de elektronica in - wat men noemt - ongepaste omstandigheden. Net vanwege de alomtegenwoordigheid bogen enkele lexicografen, poëten en auteurs van de universiteit van Sydney zich over het fenomeen, met de bedoeling een gepaste etikettering te vinden voor de anti-sociale zielen in onze sociale middens. Hierbij werd het woord phubbing in het leven geroepen, omschreven als 'the act of snubbing someone in a social setting by looking at your phone instead of paying attention'. Vertaald: mensen die lak hebben aan realiteitsgebonden interactie en dit klaarblijkelijk maken door hun glimmend speelgoed in ieders zichtveld te duwen. Voor een ietwat amusantere omschrijving van de term, klik hier. Hoewel deze naamgeving meteen op interesse onthaald werd, kreeg het pas echt aandacht door de 'Stop Phubbing' campagne die het fenomeen aan de schandpaal nagelt. Op hun website kunt u niet enkel propagerende posters vinden, u kan uw phubbing friends ook een mailtje sturen om hun enerverende gedrag aan de kaak te stellen. Dit alles met één boodschap: wij wensen uw onverdeelde aandacht terug.

Humor met een vleugje absurditeit, maar de ergernis is echt. Althans zo blijkt uit onderzoek van TNS NIPO. Een slordige 88 procent van de respondenten gaf aan zich te storen aan het nuttigen van mobiele telefonie in allerhande situaties, gaande van een luidkeels telefoongesprek in de trein tot het geniepige sms'je tijdens een vergadering. Vooral het gebruik van internet bleek ergernis op te wekken, met name bij de lieden zonder smartphones. Mobiel telefoniegebruik tijdens een face-to-face gesprek werd in het bijzonder ongepast gevonden, aldus zo bleek uit onderzoek van Baron. Tot 60 procent van hun respondenten gaf te kennen het onbeleefd, ongepast en storend te vinden wanneer een gesprekspartner op zijn telefoon tokkelt, omdat zo diens aandacht verslapt. Dit werd bevestigd door Crenshaw, die stelde dat er eerder sprake is van switchtasken dan van multitasken. De vriendin die eerst belangstellend het verhaal van uw leven volgde is niet langer geconcentreerd wanneer ze haar Facebookstatus tracht te updaten, vermits deze activiteit een deel van de aandachtskoek opeist.

U stelt zich dan de vraag: wat brengt er ons dan toe om te phubben? Vanwaar de drang naar continue online bevestiging? De Gournay (2002) vertaalt het als volgt:
"Whereas the corded telephone has often been compared to an umbilical cord, the most appropriate image for the mobile phone might be a child’s teddy-bear, seen almost as a part of the body, intended to reassure and compensate for all emotional wants."
Vertaald: we zien onze telefoon als een identiteitsbevestiger, als de kleren om ons lijf waardoor we ons niet langer naakt voelen.  Een extensie van het lichaam. Zonder voelen we ons verloren, geamputeerd zelfs. Dit geldt voornamelijk voor de smartphones, wiens technologie ons toegang verleent tot allerhande sociale netwerken. Hier wordt de mogelijkheid gecreëerd om tegelijkertijd met en zonder stem te communiceren en als dusdanig wordt onze aandacht over verschillende kanalen gespreid. De telefoonbezitter bevindt zich niet langer oftewel in de realiteit oftewel in de virtualiteit, maar leeft in beide tezelfdertijd. We zijn dan een aanwezige afwezige; gezeten rond een tafel met vrienden maar geabsorbeerd door onze lopende contacten op Facebook, Whatsapp, twitter en zo meer. Schaars zijn de tijden dat we ons helemaal in het hier en nu bevinden, althans met onze telefoon in de hand. En dit wordt niet steeds geapprecieerd.

Een gewaarschuwd man is er twee waard. 

___________________________________________________________________________
Bronnen:

Artikels en websites:
Wetenschappelijke werken:
  • de Gournay, C. (2002). Pretense of Intimacy in France. In Perpetual Contact: Mobile Communication, Private Talk, Public Performance, ed. James 
  • Turkle, S. (2011). Alone Together: Why we expect more from technology and less from each other. New York: Basic Books.
  • Gergen, K. J. (2002). The Challenge of Absent Presence. In Perpetual Contact: Mobile  Communication, Private Talk, Public Persformance, ed. James E. Katz en Mark Aakhus,  227-241. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Levinson, P. (2004). Cellphone: The Story of The World’s Most Mobile Medium and How It Has  Transformed Everything! New York: Palgrave Macmillan.
  • TNS NIPO (oktober 2010). Mobiele Manieren Barometer: Etiquette internet op mobiele telefoon. Geraadpleegd op 10 december op http://mobielemanieren.nl
  • Baron, N.S. (2008). Always on: Language in an Online and Mobile World. New York: Oxford University Press.  
  • Crenshaw, D. (2009). Multitasken bestaat niet. Als je alles tegelijk doet, krijg je niets voor elkaar. Utrecht: A.W. Bruna.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten