10 dec 2013

Want niet alleen God ziet u

Het wordt door de ene journalist bemind en door de andere verguisd, maar één ding is zeker: Twitter is the next big thing. Straffer nog. Volgens de Canadees Alfred Hermida is ‘het spreken in 140 tekens’ dé drijvende kracht geworden van de journalistieke revolutie. Wat het ook moge zijn, een ding is duidelijk: de twitterende journalisten schieten de pan uit en het ziet er niet naar uit dat dat gaat veranderen. Maar waar schuilt dan het succes van Twitter? In hoeverre is dit medium interessant voor de journalist? Prangende vragen die een volmondig antwoord verdienen.


Twitter is sinds kort een beursgenoteerd bedrijf, en dat is niet geheel toevallig. Het medium is de laatste jaren uitgegroeid tot een razend populair platform, dat koerst naar 250 miljoen actieve gebruikers. Voor de lezers die het afgelopen jaar hun hoofd in het zand staken: Twitter is het bastion bij uitstek waar de man van de straat zijn ei op kwijt kan, dit in berichten van maximaal 140 tekstkarakters. De berichten of 'Tweets' die men de wereld in stuurt verschijnen vervolgens op de hoofdpagina van al diegene die je volgen, je 'followers'. Een lukrake greep uit enkele Tweets leert ons dat wel echt álles mogelijk is: van het politieke gezwets ("Het wegwerken van de klassejustitie: nog een werf voor de volgende regering" - Carl Devos) tot het ludieke, haast doelloze geleuter ("Aaaah. Het goedkope toiletpapier.....bijna in contact gekomen met m'n innerlijke zelf"- Giel Foubert). Het bastion is uitgegroeid tot een ware broeihaard van meningen, gedachten, links en foto's over een haast onuitputtende range van gespreksonderwerpen. Uit een enquête van het Gentse Quadrant Communications is gebleken dat Twitter tevens over een klimaat beschikt dat ook veel journalisten blijmoedig stemt, vermits goed de helft van de journalisten zijn gedachten er op tentoon spreidt. Twee jaar geleden gaf slechts achttien procent van hen aan Twitter te gebruiken voor professionele doeleinden. Bovendien stuurt drieëndertig procent van de journalisten zo goed als dagelijks een tweet de wereld in. "Twitter is al erkend als een deel van de journalistiek, zoals de telefoon of de e-mail", zo stelt Frank De Graeve, journalist met vijftien jaar ervaring in de benen, in zijn gastcollege aan onze faculteit. Alias: er is geen ontkomen aan. 

Aantrekkingskracht Twitter? 
Wat maakt nu dat journalisten zich zo aangetrokken voelen tot Twitter? Of nog beter: waarin schuilt het journalistieke nut? Het antwoord is veelzijdig, zo blijkt uit onderzoek. Allereerst vormt Twitter het medium bij uitstek om informatie vliegensvlug te verspreiden en mensen te bereiken in alle uithoeken van de wereld. Zo stond enkele minuten na het overlijden van Osama Bin Laden al een foto van zijn dode lichaam op Twitter, die zich als een inktvlek op het web verspreidde. Nieuws hoeft niet langer verwerkt te worden in artikels alvorens men het grote publiek kan informeren, maar de journalist kan op ieder moment van de dag de laatste actuale nieuwtjes op de wereld loslaten. Twitter is bovendien een handige 'research tool', waarbij de journalist toegang krijgt tot een immense poel van bronnen, bewijsmateriaal en ideeën. Aangezien het gros van het maatschappelijke debat zich afspeelt op Twitter kan de journalist snel trends oppikken en deze verwerken in zijn artikels, om zo het debat open te trekken. Een tweet kan zo snel uitmonden in volwaardige nieuwsartikels. Zo werd de tweet van Vincent Kompany na de wedstrijd België-Schotland in oktober van dit jaar voorpaginanieuws bij Het Laatste Nieuws en haalde ook de tweet van Vincent Van Quickenborne ("Alea iacta est" of: de teerling is geworpen) alle kranten. Bovendien heeft Twitter de zoektocht naar bronnen duchtig vergemakkelijkt. Mensen zijn vanwege het persoonlijke karakter van de sociale media sneller geneigd hun gevoelens en ervaringen te delen. De journalist hoeft niet langer op pad om getuigen te zoeken, maar kan deze via een eenvoudige muisklik opsporen. Zo schreven bij de schietpartij in een bioscoopzaal in het Amerikaanse Aurora tientallen aanwezigen op Twitter en Facebook over de horror die ze hadden meegemaakt. Het invoeren van de juiste zoektermen was voldoende om de stem van deze mensen op te pikken en (inter)nationaal te projecteren.

Ten derde maken sociale media het werk voor journalisten ook een pak eenvoudiger. Omdat alle grote en kleinere nieuwssites aanwezig zijn op sociale media, kan je als journalist een pak extra nieuwsbronnen volgen bovenop de traditionele persagentschappen als Reuters, AP, AFP en Belga. Ten vierde, blijkt Twitter ook een goed “marketing tool” voor journalisten te zijn. Het laat journalisten en nieuwsorganisaties namelijk toe om een veel groter publiek te bereiken en om de populariteit van hun werk en/of organisatie te bevorderen. De journalist kan zichzelf in de etalage zetten en zichtbaar maken door er op los te twitteren, en kan er duchtig aan personal branding doen. Een begeerlijke techniek in economisch moeilijke tijden. Jeff Jarvis: "In een economie waarin individuen steeds belangrijker worden, moet je als journalist een eigen meerwaarde creëren. Begin een blog, start een videokanaal of deel je ideeën via Twitter. Een journalist moet naam maken. De kans is immers groot dat hij of zij binnenkort zonder werk zit en dan is die naam het enige wat nog overblijft." Ten slotte is Twitter een erg democratisch medium. Daar waar de traditionele media slechts gehoor geven aan enkele stemmen, biedt Twitter een platform voor allen om gal te spuwen of te loven. Alan Rusbridger, hoofdredacteur van The Guardian: "With Twitter you get an instant reaction. It's not transmission, it's communication. It's the ability to share and discuss with scores, or hundreds, or thousands of people in real time."

Wat zijn de gevaren?
Toch is niet iedereen even lovend over Twitter. Onder meer de Amerikaan Richard B. Stolley waarschuwt voor de gevaren van het medium voor journalistieke doeleinden: “Twitter’s brevity is a blessing when body odor is the subject; dangerous when something important is.” Ook volgens Frank De Graeve zijn er gevaren verbonden aan het gebruik van Twitter in de journalistiek, en dat heeft veel te maken met het gebrek aan welomschreven richtlijnen. Er heerst onduidelijkheid over datgene wat kan en niet kan, geoorloofd en niet geoorloof is, en "op dat vlak moet er nog heel wat uitgeklaard worden". Een voorbeeld van de vage ethische grens was de verhitte discussie over de gepubliceerde foto's van de slachtoffers van het busongeval in Sierre. Een brug te ver volgens velen. De Raad voor de Journalistiek zag zich genoodzaakt om een extra luik over sociale media toe te voegen aan zijn deontologische code, al laat deze tot vandaag veel ruimte open over voor interpretatie. Verwarring is troef, zo bleek ook uit de veroordeling van het Franse persagentschap AFP en de Amerikaanse beelddatabank Getty Image die een schadevergoeding van zowat 900.000 euro moeten betalen aan een Haïtiaanse fotograaf. Het persagenschap hadden foto's van de fotograaf opgepikt op Twitter en voor commercieel gebruik verspreid. Ongehoord, zo oordeelde de rechter later. "Ook in België gebeurt het dikwijls, zij het dan vooral met foto’s van sociale media die niet door professionelen zijn gemaakt", zegt Lieven Van Assche, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Beeldjournalisten (VVBJ). "Stilaan worden uitgevers zich echter bewust van het feit dat dit niet kan.


Een ander gevaar, zo stellen enkelen, is de verwaarlozing van de journalistieke waarden omdat men vergeet dat deze ook van kracht zijn op sociale netwerken. Een journalist kan bijvoorbeeld sneller geneigd zijn om politiek gekleurde uitspraken te doen, door bijvoorbeeld een quote van een politicus te retweeten of een beleid te becommentariëren. De basiswaarde van de journalist om zo objectief en onpartijdig mogelijk te zijn kan hierdoor een knauw krijgen, en afdragen aan diens betrouwbaarheid. Een journalist kan er zich bovendien ook toe laten verleiden een tweet zonder meer over te nemen, zonder de authenticiteit er van na te gaan. Dit heeft tot gevolg dat foutieve tweets worden opgepikt door de media zonder dat deze gecheckt en dubbelcheckt worden, toch één van de belangrijkste journalistieke principes. Maar ook op het niveau van de journalisten kan Twitter een ware 'pain in the ass' zijn. Het volk dat door twitter een stem gekregen heeft blijkt ook van deze vrijheid gebruik te maken om heel wat 'smeerlapperij' online te gooien. Volgens Frank De Graeve krijgt de journalist meer dan ooit bakken kritiek te verduren, zelfs in die mate dat een emmer bleekwater om de computer in onder te dompelen voor velen een welgekomen gift kan zijn. Dit kan er echter toe leiden dat de journalist in kwestie afgeleid is van zijn ware kernactiviteit: verslag geven. 

Conclusie?
Twitter is als een groot café waarin iedereen met een zekere mondigheid het blad voor de mond weg haalt en waar vrije meningsuiting troef is. En net als aan het café-zitten zijn er zowel voor- als nadelen. Tja, wat er mee te doen dan? Ik maakte alvast een Twitter-account aan, uit het geloof dat een journaliste in spe overal haar beste beentje moet voorzetten. Vanuit een geloof dat je jezelf kenbaar moet maken alvorens men anderen kan beroeren. Maar ik me zeker geen illusies. Niemand zit te wachten op mijn mening. Niemand is geïnteresseerd in al datgene dat vandaag mijn pad heeft gekruist. Sterker nog, ik heb zelden iets te zeggen dat ik koortsachtig delen wil met de rest van de wereld. Dus ga ik maar op zoek naar futiliteiten of opmerkzame informatie, al was het maar om heel even een lach te toveren op het gezicht van velen. 
________________________________________________________________________________
Bronnen:
  • http://www.theguardian.com/media/2010/nov/19/alan-rusbridger-twitter
  • http://www.standaard.be/cnt/dmf20131125_00855873
  • http://www.standaard.be/cnt/dmf20120504_064
  • http://www.finn.be/blogs/hoe-sociale-media-een-impact-hebben-op-de-journalistiek
  • http://www.afix.nl/blog/2013/04/statistieken-gebruikers-facebook-twitter-en-linkedin-maart-2013
  • Hermida, A. (2010). Twittering the news: the emergence of ambient journalism. Journalism Practice, 4(3), 297-308. doi:10.1080/17512781003640703
  • Quadrant Communications (2012, 3 mei). Meerderheid Belgische journalisten gebruiken Twitter. Geraadpleegd op 2 december 2012 via http://www.hubwise.be
  • Armstrong, Cory L., and Fangfang Gao. "Gender, Twitter and news content: An examination across platforms and coverage areas." Journalism Studies 12.4 (2011): 490-505.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten